Jessica Belder (30), Nederlands kampioen boksen in de A-klasse tot 60 kg én manager bij PwC, bereidt zich voor op het WK in China. Hoe doet ze dat? ‘Sinds anderhalf jaar werk ik parttime, daardoor kan ik meer trainen.’
Jessica Belder trainde al dagelijks voor nationale wedstrijden toen ze als accountant in opleiding bij PwC in dienst kwam: ‘Maar toen ik ook internationale toernooien wilde gaan boksen, lukte dat niet in combinatie met een veertigurige werkweek en veel klanten.’ Een parttime contract op dezelfde afdeling leverde niet het gewenste resultaat op: ‘Als je met klanten werkt, maak je snel meer uren. Het was lastig voor mij om om half drie tegen mijn klant te zeggen: “Sorry mijn dag zit erop: ik ga trainen.” In overleg met haar huidige baas stapte ze over naar de meer intern gerichte afdeling National Office. ‘Ik heb door 70% te gaan werken, gekozen voor een ander carrièrepad. Maar hier kan ik ook doorgroeien. Ik ben nu dertig, en ik leer echt heel veel op dit moment.’
Bokster als collega
Jessica’s 28-urige werkweek is verdeeld over vijf dagen. De meeste werkdagen beginnen en eindigen met een training. ‘Trainen doe ik twaalf uur per week, maar dat is dan zonder reistijd en douchen en zo. Daar zit veel meer tijd omheen.’
Binnen PwC was nog geen regeling voor topsporters. Jessica mocht aangeven wat ze nodig had. Ze vroeg om extra dagen en kreeg er tien. ‘Daar ben ik heel blij mee, want toernooien doe ik van mijn vakantiedagen. En als dat niet uitkomt, zou ik niet mee kunnen doen.’ Nieuwe collega’s reageren vaak verbaasd als ze merken met een bokster op een project te zitten. ‘Maar daarna zijn ze heel enthousiast. Van de accountants in opleiding tot de partners, ze zijn allemaal echt vol lof. Op de NK afgelopen jaar kwam ook een aantal collega’s kijken, dat was echt super.’
Fysiek op mijn top
Via haar vader, die zelf bokste, kwam ze op haar zestiende met de bokssport in aanraking. Het begon allemaal heel rustig, maar al snel was ze vijf dagen per week aan het trainen. De laatste twee jaren was ze Nederlands Kampioen en nu bereidt ze zich voor op het WK dat in mei in China plaatsvindt. ‘Het concurrentieveld is vrij groot. Ierland, Spanje en Rusland, die meiden zitten allemaal fulltime op een trainingsinstituut. Het WK is het enige kwalificatiemoment voor de Olympische Spelen. Daar moet ik bij de eerste acht eindigen om zeker te zijn van een plekje.’ Met dertig jaar zitten vrouwen fysiek op hun top, heeft Jessica zich laten vertellen, maar boksen is ook een mentale sport. ‘In de ring ben ik niet zo’n agressieve chick die haar tanden laat zien, maar eerder verlegen en rustig. Ik probeer vanuit de techniek te winnen. Toch is een bepaalde agressie wel goed, want je uitstraling wordt opgepakt door je tegenstander en de juryleden. Daarom probeer ik steeds zelfverzekerder de ring in te stappen en alvast te voelen dat ik ga winnen.’
Kom maar op!
Hoewel het om volstrekt verschillende werelden gaat, levert het boksen Jessica ook veel op in haar werk als accountant. ‘Mijn zelfvertrouwen is groot door het boksen, ik ben fysiek sterk en fit, en zo voel ik me ook in de rest van het leven. Ik
heb het gevoel dat ik meer aankan.’ Maar ook van het omgaan met teleurstellingen, de discipline, en het harde werken heeft zij haar voordeel in de dagelijkse PwC-praktijk. Andersom zijn communicatieve vaardigheden in de bokswereld helemaal niet belangrijk, en in het werk juist wel: ‘Het maakt echt niet uit of je aardig bent of niet.’ Zonder arrogant te willen lijken voelt ze zich sterker dan haar fulltime bokscollega’s uit andere landen. ‘Omdat ik het combineer en bij PwC ook heel hard werk, denk ik: “Kom maar op, je kan me niks maken, want ik ben op veel meer vlakken sterk.”